donderdag 17 februari 2011

Waar macht tot doel is verheven kreunt de democratie


                                                      Het Torentje

‘Hoe krijgen we nou een meerderheid in de Eerste Kamer? Van de VP en zijn partij hoeven we niets te verwachten.
     ‘Ik las laatst een artikel van een columnist in de NRC, die noemde onze vriend de prince of darkness.’ De in Rotterdam nog zo bekende lach bulderde door het Torentje. ‘Ha, ha, nou dat is waar zijn partij zit. In het stikkedonker.’
     ‘Ja, lach er maar om. Intussen gaat de echte prins van de duisternis fors winnen. Dat is goed als het ons helpt om te kunnen regeren, maar ook heel fout. We worden steeds afhankelijker van hem. Ik wordt in Europa nu al niet serieus genomen.’
     ‘Kom, kom, niet zo somber. Ik mag die populist wel.’ Weer was er die overweldigende lach. ‘In Rotterdam zeiden we altijd niet lullen maar poetsen. Hij is geen draaikont, maar poetst wel iedereen een bak met zijn holle retoriek. Daar kunnen wij nog iets van leren!’
     ‘Hoe bedoel je?’
     ‘De gemiddelde burger heeft geen idee waar de verkiezingen over gaan, en dat moeten we vooral zo houden. Het gaat niet om de inhoud jongeman, we moeten het onderbuikgevoel van de kiezer raken. Dat kunnen we leren van het brein onder dat blonde kapsel.’ Hij fronste zijn borstelige wenkbrauwen. ‘Ik doe verdorie mijn best op mijn ministerie, met daadkracht, strengere straffen, meer veiligheid.’ Zijn zware stem klonk nu dreigend. ‘Intussen hangt jij de jeune premier uit. Dat moet ophouden, amice. Jij moet van je troon af, meedoen in de campagne.’

Korte tijd na het gesprek in het Torentje verscheen de VVD met de slogan Nederland vooruit, met 130 km per uur. De minister-president onthulde met verve een verkeersbord en deelde geflankeerd door VVD minsisters en Kamerleden 130 stickers uit aan automobilisten. De stemming was uitgelaten, eindelijk vrijheid, eindelijk begrijpelijke regelgeving.
     ‘Zo zullen de burgers op tijd komen om hun stem uit te brengen,’ bulderde de zware stem van de minister van Veiligheid en Justitie over het winderige parkeerterrein. Hij sloeg een arm om de minister-president. Die glimlachte jongensachtig, dat moest in aanwezigheid van al die journalisten. De minister van Infrastructuur en Milieu keek onzeker in een lens. Ze noemde het een belangrijk moment voor de geloofwaardigheid van de democratie.

Hoe serieus nemen deze bestuurders van het land de burgers eigenlijk? En vooral, hoe serieus nemen ze zichzelf? Femke Halsema zei ooit in een interview, kort na haar aantreden als fractievoorzitter van Groen Links, dat veel politici de schaamte voorbij zijn, dat ze hun beschavingsvernis verloren hebben. De politiek is verworden tot een marketingcampagne gericht op het product kiezer. De Eerste Kamerverkiezingen gaan niet over inhoud, ze gaan over macht. En waar macht tot doel is verheven kreunt de democratie.
De twee partijen die nu de dienst uitmaken voeren het woord Vrijheid in hun naam. Maar geloofwaardige vrijheid ziet op een samenleving die mensen voor vol aanziet, waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen eerste en tweederangs burgers omwille van de macht. Ik hoop van harte dat kiezers zullen zien dat vrijheid niet uitsluitend een economisch beginsel is, en dat echte vrijheid niet verkregen wordt met populistische oneliners over veiligheid, vreemdelingen, tuig, en het gaspedaal. Er zijn voldoende andere partijen die wel voor de inhoud van democratie gaan. Sartres zei het mooi: De vrijheid bewijst zichzelf naarmate zij verwezenlijkt wordt. Dat geldt ook voor de democratie!